ADVENT
Onlangs zag ik een foto van een kinderhandje in twee grote handen. Het was een vertederend beeld. Onze grote handen zijn zo gauw gebald tot een vuist. Vriendschap kan soms ontsporen in vijandschap. We kunnen op de vuist gaan. We kunnen met onze handen grijpen en graaien.
Maar we kunnen onze handen ook openen voor elkaar. We kunnen ermee geven en elkaar liefdevol aanraken en de vrede tekenen. Om ons daarvan bewust te maken, reikt God ons met kerstmis Zijn hand. Namelijk de kleine hand van een pasgeboren kind. Hij vraagt om onze liefde. Hij hoopt dat onze vuisten opengaan en dat het handen worden die steun bieden en troost geven.
Onze eigen grote handen waren ook ooit kinderhandjes. Kwetsbaar en klein, zoekend naar houvast. God trad onze wereld binnen als een klein Kind in een kribbe dat zijn handjes uitstrekt en ons vraagt om Hem aan te nemen. Maar ook in al die kleine en grote mensen die hun hand naar ons uitsteken.
“Laat Mij niet vallen en laat elkaar niet vallen” is de boodschap van kerstmis. Zo doet God een beroep op het beste dat in ons is. God blijft in ons geloven. Daarover bidden en zingen we tijdens de advent. Doet u met ons mee? Weet u welkom! Voor u allen: een goede advent!
Kapelaan Dassen