“HET IS VAN JULLIE, NET ZO GOED ALS VAN MIJ…”

Enkele weken geleden was ik op vakantie, 13 dagen naar de VS. Ik wilde twee vrienden van daar bezoeken die ik in 1967 heb leren kennen. In 1971 zijn we alle drie priester gewijd, ieder in zijn eigen parochie. We hebben onze eigen verschillende wegen gevolgd, en het was heerlijk om na lange tijd weer samen te zijn en te (her)ontdekken dat vriendschap de tijd doorstaat en er dieper op wordt.

Natuurlijk hebben we ook over parochies gesproken, geloofsgemeenschappen. Met nogal wat verschillen: een parochie waar steeds meer Portugees sprekenden komen wonen, of op een vliegdekschip op zee en nu aan land als invaller, of in het bos van Congo en nu in het Heuvelland. Ik ontdekte dat er nogal wat verschillen bestaan tussen katholieken in Amerika en ons wat betreft het kerkbezoek, werkgroepen, financiële bijdragen, bestuur, enz.

Daar proefde ik (weer) dat katholiek ook betekent: veelsoortig. Het gaat mij er niet om vergelijkingen te maken over wat er beter is hier of daar, maar om wat we van elkaar kunnen leren.

Op een dag vertelden mensen mij over hun pastoor (één van m’n vrienden) en hun kerk. Ze waren erg tevreden met hem –  en dat deed me uiteraard goed. Iemand zei toen: “Ze (de kerk) is van ons net zo goed als van hem”. Dat zette me nogal aan het denken. Als dàt de overtuiging is van ons allen, dan is de toekomst van onze geloofsgemeenschap verzekerd!

Daarover doordenkend, is het eigenlijk logisch dat we niet klagen: dat doen mensen die geen hoop hebben. Erger: klagen stoot mensen af en inspireert niet. De energie die je daar in stopt zou beter besteed zijn aan feiten constateren en indien nodig nieuwe plannen te maken. WIJ zijn de toekomst. Dat heeft minder te maken met leeftijd als met optimisme en je inzet voor een open en warme gemeenschap.

René Graat mhm,

pastoor